Sport en bewegen is een fantastisch middel om te komen tot zelfontwikkeling. Zeker in een gymles of tijdens het spelen van een spel loop je tegen grenzen aan. Je ontdekt wat lukt en wat nog niet. Ondertussen probeer je jouw grenzen te verleggen en bepaalde doelen te behalen. Daarnaast is bewegen ook gewoon gezond. Bewegen stimuleert je sociale contacten en maakt je gelukkiger. Terwijl je beweegt, komen er stofjes vrij in je hersenen die hiervoor zorgen. Allemaal mooie kanten van bewegen. Ik zal hierbij vast nog veel aspecten onbelicht laten.
"Ik vond de gymles verschrikkelijk!"
Al vroeg beginnen kinderen met bewegen. Eerst in de woonkamer, later in de tuin en weer later op straat. Als de kinderen op de basisschool komen, gaat het bewegen door. Al gebeurt dit wel op een andere wijze. De kinderen krijgen nu zo’n twee keer 45 minuten verzorgde beweegmomenten in de vorm van een gymles. De groepsleerkracht of een vakleerkracht verzorgen deze lessen. Zo leren de kinderen onder leiding van een leerkracht en in een groep beter bewegen. Ook leren ze sociale vaardigheden als samenwerken.
In Nederland zijn de gymlessen zo ingericht dat we de kinderen laten bewegen aan de hand van twaalf bewegingsthema’s. Dit zijn onder anderen zwaaien, balanceren of springen. Bij zwaaien zwieren de kinderen met een touw van de ene naar de andere kant. Ook zwaaien met ringen hoort hierbij. Bij balanceren moeten kinderen balanceren over een bank, die stabiel of instabiel is. Wanneer kinderen springen, moeten ze bijvoorbeeld over een kast heen. Dit doen ze via een wendsprong. Maar ook springen ze bijvoorbeeld over de bok.
"Ik móest over de bok, maar dat lukte me niet!
Vooral over het beweegthema springen hoor ik veel verhalen. Die zijn vaak negatief: “Dat vond ik verschrikkelijk. Iedereen keek naar mij!” Misschien herken je het bij jezelf. Hoe vond jij het om over de kast of bok te springen? Ervoer jij dit ook? Wat was de rol van jouw (gym)docent of van je klasgenoten?
Ik ga hier nu niemand op de vingers tikken. Net alsof ik hier alle de wijsheid in pacht heb of allemaal goed doe of heb gedaan. Toch hoor ik te vaak negatieve verhalen over de gymles. “Ik móest over de bok, maar dat lukte me niet!” Of “Ik belandde regelmatig tegen de kast, waarbij de (gym)docent mij ‘strafte’ in plaats van hielp.”
Zo zijn mensen juist door de gymles afgeknapt om te gaan sporten. Of zijn beschadigd vanwege de negatieve ervaringen tijdens de gymles. “Ik werd altijd als laatste gekozen!” Ze hebben niet de bevestiging gekregen om te gaan en blijven bewegen, bijvoorbeeld bij een sportvereniging. Dit is schrijnend en niet het resultaat wat we voor ogen hebben.
De rol van de docent is cruciaal
Gelukkig houden we tijdens de gymlessen meer rekening met deze verhalen. Ook passen we ons onderwijs beter aan op de verschillende beweegniveau’s van de kinderen. Er staat dan niet één kast op één hoogte waar iedereen overheen moet. Nu staan er twee á drie kasten. Kinderen kiezen zelf op welk niveau ze over de kast gaan.
Daarnaast zetten we ook in op de samenwerking tussen leerlingen. Ze helpen elkaar om het doel van de gymles te halen. De gymles wordt hiermee steeds meer een gezamenlijk proces. Er wordt een gezamenlijk doel nagestreefd. Een belangrijke voorwaarde is wel dat er een pedagogisch veilig klimaat heerst. Dit betekent dat kinderen fouten mogen maken. En dat kinderen het normaal vinden dat de één verder is dan de ander. Hierin speelt de (gym)docent een cruciale rol. Hij moet dit proces goed begeleiden.
In de gymles geef je jezelf bloot
In een gymles vinden namelijk verschillende processen plaats. Iedereen ziet wat de ander doet. Dus ook als je een fout maakt. Dat kan echt vervelend zijn. Je geeft jezelf als het ware bloot. Daarnaast geldt in de gymles meer dan bij andere vakken een prestatiedrang van winnen of verliezen. Deze prestatiedrang creëert men bewust of onbewust.
Ook is de gymles een plek waar je een status verdient. Een status waarin anderen tegen iemand op kunnen kijken, omdat diegene hard kan rennen of gooien. Een opgebouwde status wil iemand niet snel verliezen. De gymles blijft daarom ‘gevaarlijk’. Juist in een gymles bestaat de kans dat een kind beschadigd wordt. Hierdoor ervaart een kind niet dat bewegen vooral leuk is.
Lees hier ook De Spelles – Dit is niet alleen maar bewegen in de gymles
Ook in mijn gymlessen kwam dit naar voren. Veel kinderen waren niet aan het bewegen of mochten niet bewegen. Regelmatig stonden ze ook onnodig stil, te wachten op hun beurt. Dit gebeurt vooral wanneer een spel dit zelf creëert. Denk maar eens aan het klassieke trefbalspel. Hier schreef ik ook een blog over. Kort gezegd kregen de goede bewegers vaak de bal, de anderen stonden er voor spek-en-bonen bij. Als dit gebeurt, is de kans groot dat een kind afknapt en het plezier in bewegen verliest.
In mijn lessen stonden te veel kinderen stil. Ze moesten wachten op hun beurt. Daarnaast gebruikte ik meerdere keren het principe: af is zitten langs de kant. Het gevolg was dat kinderen met minder plezier gingen bewegen. Ook gingen ze mopperen en vond er een strijd plaats wie beter was dan de ander. Ik schrok daarvan. Dit was niet hoe ik mijn lessen wilde geven.
Ik vind gym nu weer leuk
Dat inzicht heeft bij mij een omslag teweeggebracht. Ik ben mijn gym- en spelonderwijs anders gaan benaderen. Vanaf dat moment richtte ik mijn lessen zo in dat iedereen bewoog en kon bewegen. Ik begon met een spel en eindigde er ook mee. Niemand sloot ik buiten, iedereen deed mee.
Direct zag ik een verandering ontstaan bij de kinderen. Iedereen voelde zich aangesproken om te gaan bewegen. Ook werkten ze meer samen. Een kind zei al snel tegen mij: “Ik vind gym weer leuk, want ik kan weer meedoen! Ook beweeg ik nu meer met verschillende kinderen.”
Ik filmde deze spellen en deelde ze op sociale media onder de naam van De Spelles. Al snel bleken meerdere (gym)docenten behoefte te hebben aan mijn spellen. Het resultaat was al snel dat tienduizenden volgers De Spelles volgden. Zelfs het Jeugdjournaal maakte een reportage.
"Ik pleit voor goed en met plezier in bewegen"
Dat zoveel mensen De Spelles volgden, was ook een bevestiging dat mijn spellessen een grote behoefte voorzien. Nu geef ik nogmaals aan dat ik hier niet alle wijsheid in pacht heb. Ook vind ik niet dat iedereen mijn lessen moet overnemen.
Integendeel, ik pleit ervoor dat iedereen die gym- of sportlessen geeft, continu nadenkt over het leed wat je kunt veroorzaken als kinderen negatieve ervaringen krijgen in een gymles. Al gaan dingen vaak onbewust, we stimuleren het al snel door de verkeerde spellen aan te bieden. Denk goed na welk spel je kiest en welke niet. Mijn regel is: doet iedereen mee en kán iedereen ook meedoen.
Het gaat om plezier in spelbeleving, nadenken en vooral dat je met samenwerking verder komt dan alleen. Het gaat erom dat ieder kind zich geroepen voelt om te bewegen en ook kán bewegen. Laten we elkaar inspireren, elkaar motiveren en daarmee investeren in de toekomst.
Matthijs Jansen - Oprichter De Spelles
Matthijs Jansen is de oprichter van De Spelles. Hij weet al meerdere jaren zien hoe je iedereen met plezier laat bewegen. Zijn spelvideo’s werden via social media massaal gedeeld. Ook de landelijke media besteedde aandacht aan zijn concept. De kracht van zijn spellen is dat ze simpel, origineel en vooral enthousiasmerend werken. Juist in deze tijd waarin kinderen steeds inactiever worden, biedt De Spelles een uitkomst.
In korte tijd heeft Matthijs een eigen database van 500 originele spellen voor in de gymles. Een groot deel bundelde hij in verschillende eBooks. Hier zijn er nu al meer dan 3000 van verkocht. Daarnaast geeft Matthijs met regelmaat workshops in Nederland en België. Die worden steevast zeer goed beoordeeld. Verder heeft Matthijs een webshop met sport- en spelmaterialen voor de gymles. Dit doet Matthijs onder de naam van SportSpel.Shop. Zo biedt De Spelles een breed pakket aan spelideeën, geeft het advies en levert het de beste sport- en spelmaterialen voor een energieke gymles.